In 2018 waren de totale bezoekersaantallen hoger dan begroot, net als de totale entreeopbrengsten. Hoewel Museum Kaap Skil minder bezoekers trok dan begroot, kregen Ecomare, de Vuurtoren en de Oudheidkamer juist meer bezoekers. STM had over 2018 meer inkomsten dan begroot, terwijl de totale lasten lager dan begroot uitvielen.
Opbrengsten
De trend bij musea is dat er meer inkomsten uit entreegelden, maar minder inkomsten uit horeca en winkelactiviteiten worden ontvangen (bron: Museumvereniging). STM wijkt hier positief van af doordat de entreegelden substantieel meer inkomsten opleveren en er bij 3 van de 4 locaties meer bezoekers zijn geweest.
De eigen opbrengsten van STM zijn dus minimaal 79% van de omzet versus een landelijk gemiddelde van 51% (Museumcijfers 2017).
Resultaten 2018
Opvallend is het feit dat STM slechts voor 6% afhankelijk is van subsidies. Ecomare en de Vuurtoren ontvangen nauwelijks tot geen gemeentelijke subsidie. Ecomare bestaat niet alleen uit een opvangcentrum, maar doet ook dienst als buitengewoon belangrijk en aantrekkelijk natuurmuseum. Natuurmusea in Nederland ontvangen gemiddeld 10 euro aan subsidie per bezoeker (bron: benchmark). Bij Ecomare is dat slechts 22 cent per bezoeker. Kaap Skil en de Oudheidkamer ontvangen wel meer marktconforme gemeentelijke subsidies.
Vooruitblik 2019
In 2019 willen we in kaart brengen welke mogelijkheden er zijn om de inkomsten uit structurele subsidies te vergroten.
Veruit de grootste kostenpost – naast huisvestingskosten, afschrijvingen en publiciteits- en communicatiekosten van STM – wordt gevormd door het personeel. Hieronder worden de personeelskosten en huisvestingskosten kort belicht.
Personeelskosten
Ten opzichte van de benchmark heeft STM relatief weinig fte in dienst. Waar afdelingen of werkzaamheden knel komen te zitten, huren we tijdelijk menskracht in, totdat achterstallig onderhoud is weggewerkt en afdelingen op hun taken zijn ingewerkt.
Het totaal aantal fte in 2018 bedroeg 54,2. Dit is 1,6 fte minder dan in 2017. Dat jaar zorgden een aantal ziektevervangingen bij aan een hoger fte-aantal. In 2018 heeft op enkele afdelingen een wisseling van afdelingshoofd plaatsgevonden; niet altijd werd het vertrekkende hoofd direct vervangen. Ook in 2018 waren er langdurig zieken maar zij werden niet altijd volledig vervangen. Op communicatiegebied werd in 2018 meer uitbesteed aan externen.
Voor 2019 is een ruimer aantal fte begroot; op enkele afdelingen wordt extra ingezet. Daarnaast is de verwachting dat de directie langdurig wordt uitgebreid.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Personeelskosten Gerealiseerd | 2.824.000 | 2.846.000 | 3.342.000 | 2.874.000 | 2.754.000 | 2.699.000 | 2.824.000 | 2.800.000 |
Prognose zonder bezuinigingen | 2.917.110 | 2.960.867 | 3.005.280 | 3.050.359 | ||||
Meerjarenbegroting | 2.682.000 | 2.602.000 | 2.604.000 |
Huisvestingskosten
Resultaten 2018
De huisvestingskosten vielen in 2018 € 122.000,- lager uit dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat bij Ecomare gepland onderhoud aan het gebouw sinds 2014 wordt uitgesteld en toegevoegd aan de bestemmingsreserve egalisatie onderhoudskosten (€ 60.000,- in 2017 en € 152.000,- in 2018). Deze reserve is gevormd om de sterk schommelende kosten uit het meerjarenonderhoudsplan te egaliseren, zodat de jaarlijkse onderhoudskosten aan de gebouwen en installaties een gelijkmatiger beeld vertonen. De overige huisvestingskosten waren ook lager dan begroot.
Vooruitblik 2019
In de begroting wordt rekening gehouden met een verhoging van de erfpachtkosten voor Ecomare.
Financiële ratio’s | 2018 | Begroot | 2017 |
1. Bestedingsratio lasten | 86% | 86% | 87% |
2. Bestedingsratio baten | 86% | 91% | 90% |
3. Beheer- en administratiekosten | 10% | < 10% | 8% |
4. Kosten werving (in % van totaal baten) | 4% | 4% | 5% |
5. Kosten werving (in % van baten eigen fondsenweving) | 22% | < 25% | 25% |
6. Solvabiliteit | 88% | > 40% | 86% |
7. Quick ratio | 360% | > 100% | 238% |
8. Current ratio | 373% | > 150% | 247% |
9. Personeelskosten | 56% | 54% | 56% |
De ratio’s voor dit jaarverslag zijn als volgt berekend: