4.1 Resultaten 2017

4.1 Resultaten 2017

4.1 Resultaten 2017

In 2017 zijn de bezoekersopbrengsten – net als in 2016 – met een ton gestegen ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van begroot. Dit werd veroorzaakt door ruim 8.000 meer bezoekers dan begroot en door stijging van de gemiddelde entreeopbrengst per bezoeker met € 0,31 ten opzichte van 2016, als gevolg van een stijging van de entreeprijs van Ecomare en de Vuurtoren. De totale kosten waren conform begroot, waardoor 2017 gunstiger is afgesloten dan begroot.

Opbrengsten
De trend bij musea is dat er meer inkomsten uit entreegelden, maar minder inkomsten uit horeca en winkelactiviteiten worden ontvangen (bron: Museumvereniging). STM wijkt hier positief van af doordat de entreegelden substantieel meer inkomsten opleveren en er bij 3 van de 4 locaties meer bezoekers zijn geweest.

  • Entreegelden: 69% in 2017
  • Horeca en winkels: 12% in 2017
  • Overige baten: 19% in 2016

De eigen opbrengsten van STM zijn dus minimaal 81% van de omzet versus een landelijk gemiddelde van 47% (Museumcijfers 2015).


Subsidies

Resultaten 2016
Opvallend is het feit dat we slechts voor 6% afhankelijk zijn van subsidies. Ecomare en de Vuurtoren ontvangen nauwelijks tot geen gemeentelijke subsidie. Ecomare bestaat niet alleen uit een opvangcentrum, maar doet ook dienst als buitengewoon belangrijk en aantrekkelijk natuurmuseum. Natuurmusea in Nederland ontvangen gemiddeld 10 euro aan subsidie per bezoeker (bron: benchmark). Bij Ecomare is dat slechts 22 cent per bezoeker. Kaap Skil en de Oudheidkamer ontvangen wel meer marktconforme gemeentelijke subsidies.

Vooruitblik 2018
Het is niet reëel te verwachten dat we meer subsidies vanuit de gemeente of andere overheid zullen verkrijgen.

Lasten
Veruit de grootste kostenpost – naast huisvestingskosten, afschrijvingen en publiciteits- en communicatiekosten van STM – wordt gevormd door het personeel. Hieronder worden de personeelskosten en huisvestingskosten kort belicht.

Personeelskosten
Ten opzichte van de benchmark heeft STM relatief weinig FTE in dienst. Waar afdelingen of werkzaamheden knel komen te zitten, huren we tijdelijk menskracht in, totdat achterstallig onderhoud is weggewerkt en afdelingen op hun taken zijn ingewerkt.

Na terugdringing van de personeelskosten in 2015 (€ 60.000,-) en 2016 (€ 55.000,-) was in 2017 begroot de personeelskosten op het niveau van 2016 te handhaven. Dit is niet gelukt. Het gemiddeld aantal werknemers over 2017 bedroeg 55,8 FTE (begroot 54,2 FTE). Over 2016 bedroeg het gemiddelde 54,4 FTE.


De personeelskosten stegen behalve deze geringe stijging in de FTE ook door een CAO-loonsverhoging van 1,5% en door inleen van externe capaciteit (€ 36.000,-) ter vervanging van langdurig zieke medewerkers. Hiervoor is een bedrag onttrokken aan de bestemmingsreserve ‘Langdurig zieke medewerkers’.

 

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Personeelskosten Gerealiseerd 2.824.000 2.846.000 3.342.000 2.874.000 2.754.000 2.699.000 2.824.000 2.758.000
Prognose zonder bezuinigingen 2.917.110 2.960.867 3.005.280 3.050.359
Meerjarenbegroting 2.682.000 2.602.000 2.604.000

 


Huisvestingskosten

Resultaten 2017
De huisvestingskosten zijn ruim € 90.000,- lager dan begroot. Dit laatste wordt met name veroorzaakt doordat bij Ecomare gepland onderhoud aan het gebouw sinds 2014 wordt uitgesteld en toegevoegd aan de bestemmingsreserve egalisatie onderhoudskosten (€ 60.000,- in 2017 en € 117.000,- in 2016 en 2015). Daarnaast heeft de overstap van energieleverancier in 2017 een besparing van € 27.000,- opgeleverd.

Vooruitblik 2018
Voor Kaap Skil is een nieuwe berekening voor een meerjarenonderhoudsplan gemaakt. In de oude berekening was de nieuwbouw van Kaap Skil nog niet verdisconteerd. Nu wel, hetgeen een verhoging van de lasten zal opleveren. Ecomare werkt sinds 2015 met een dergelijke berekening.

Financiële ratio’s Werkelijk 2017 Begroot 2017 Werkelijk 2016
1. Bestedingsratio lasten 87% 87% 86%
2. Bestedingsratio baten 90% 92% 85%
3. Beheer- en administratiekosten 8% < 15% 9%
4. Kosten werving (in % van totaal baten) 5% 5% 4%
5. Kosten werving (in % van baten eigen fondsenweving) 25% < 25% 23%
6. Solvabiliteit 86% > 40% 85%
7. Quick ratio 238% > 100% 251%
8. Current ratio 247% > 150% 262%
9. Personeelskosten 56% 53% 56%

De ratio’s voor dit jaarverslag zijn als volgt berekend:

  1. Dit percentage is verkregen door het totaal van de bestedingen van de doelstelling te delen door het totaal van de lasten van de Stichting Texels Museum.
  2. Dit percentage is verkregen door het totaal van de bestedingen van de doelstelling te delen door het totaal van de baten van de Stichting Texels Museum.
  3. Dit percentage is verkregen door het totaal van de bestedingen aan beheer en administratie te delen door het totaal van de lasten van de Stichting Texels Museum.
  4. Dit percentage is verkregen door de wervingskosten te delen door het totaal van de baten van de stichting.
  5. Dit is de berekening van de CBF-norm (Centraal Bureau Fondsenwerving). Het percentage is verkregen door de wervingskosten te delen door de baten van eigen fondsenwerving. Ook in 2017 blijven we binnen de door het CBF gestelde norm van 25%.
  6. Solvabiliteit is het totaal van fondsen en reserves en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen.
  7. Liquiditeit (quick ratio) zijn de vorderingen en liquide middelen gedeeld door de kortlopende schulden.
  8. Liquiditeit (current ratio) zijn de voorraden, vorderingen en liquide middelen gedeeld door de kortlopende schulden.
  9. Dit zijn de totale personeelskosten van STM gedeeld door de totale lasten.